woensdag 12 september 2018

RECENSIE | Kleihuid - Herien Wensink

Vlaanderen, 1918. In een geïmproviseerd revalidatieoord achter het front delen de Britse officier Rupert Atkins en soldaat Harvey Cole noodgedwongen een kamer. Harvey herstelt moeizaam van zware verwondingen aan zijn gezicht, met Rupert is ogenschijnlijk niets mis maar hij verzet zich tegen zijn verblijf en weigert over zijn frontervaringen te praten. In eerste instantie wordt hun contact getekend door afkeer, maar gaandeweg ontstaat een wederzijdse fascinatie. In de confronterende nabijheid van de ander moeten ze zich leren verzoenen met de schade die de oorlog geestelijk en lichamelijk heeft aangericht.


Vlaanderen, 1918. Twee mannen ontmoeten elkaar in een revalidatieoord achter het front. De ene is lichamelijk beschadigd, de andere geestelijk. De ene is een gewone soldaat, de andere een officier. Rupert Atkins en Harvey Cole hebben in eerste instantie zo hun twijfels over mekaar, maar op hun weg naar herstel groeien de twee langzaam naar elkaar toe en ontwikkelt er zich een voorzichtige vriendschap.

Het perspectief wisselt tussen de twee mannen. De verschillen tussen Atkins, een man van stand en  voor de oorlog een gerenommeerd kunstenaar, en Cole, een simpele boerenzoon, zijn van in het begin duidelijk. Echt op scherp komen de verhoudingen echter nooit te staan en dat zorgt ervoor dat het verhaal zo'n beetje blijft voortkabbelen. Er rijzen nog wat vragen rond Atkins' aandoening en de oorzaak daarvan, maar heel interessant wordt deze verhaallijn ook niet. Het compleet onverwachte en bijzonder goed gevonden einde brengt daar verandering in, maar kan het toch niet meer helemaal goedmaken.

Waar Wensink wél in uitblinkt, zijn de omschrijvingen van het leven aan het front De sterkste passages spelen zich af in de loopgraven, niet in het revalidatieoord. Het lawaai, de stank, de modder, het gevaar; de schrijfster weet het allemaal perfect te vatten. Het menselijk leed staat in schril contrast met de kunst die Atkins voor de oorlog maakte. Hij was een niet onverdienstelijk kunstenaar, maar de gruwel uit de loopgraven weerhoudt hem ervan om nog nieuwe dingen te creëren.
"Je zag ze eerder dan je ze hoorde, de vonken vuurwerk van de vijand. Krachtige lichtexplosies aan de overkant, elkaar snel opvolgend. Mooi misschien, als je niet wist wat er kwam. Hoe vaak bleven die jonkies niet staan, stokstijf, mond open, stil van zoveel spektakel? Ze waren al dood voordat het geluid hen bereikte. Beter misschien. Want als dat immense lawaai op je landde, je platdrukte, verpulverde, wist je hoe de hel eruitzag. Nu kwam het. Hij trok zijn hoofd tussen zijn schouders en boog voorover naar de aarde, alsof het glibberige slijk bescherming bood. Nu." - pagina 39

Hoewel Herien Wensink een aangename, beeldende schrijfstijl hanteert en uitblinkt in de loopgravenscènes, lukte het me niet om helemaal in het verhaal te komen. Daarvoor gebeurt er te weinig en blijven de drijfveren van de personages te vaag. Toch ben ik benieuwd naar meer werk van deze veelbelovende debutante.


Kleihuid
Herien Wensink
Aantal pagina's: 304
ISBN 9789029510400
Uitgeverij De Arbeiderspers (januari 2018)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten